Met het oog op de diversiteit aan complexe systemen op een schip is het dan ook zinvol dat iedere schakel van de waardeketen zich op de kernthema's focusseert: de fabrikant van de deelsystemen construeert de installatie inclusief automatisering en visualisatie. De systeemintegrator en de werf voegen de deelsystemen vervolgens op intelligente wijze samen. De rederij stelt de logistieke diensten ter beschikking, is hierdoor gegarandeerd van een veilige investering voor het schip en is eveneens minder afhankelijk van leveranciers. In de machinebouw is deze procedure al werkelijkheid. Op het gebied van de elektrotechniek en de softwarecomponenten zijn de interfaces echter niet zo systematisch genormeerd, en zijn de deelsystemen zelfs op het beheerniveau zeer nauw met elkaar verbonden. Het is dan ook niet ongebruikelijk dat deze centraal geautomatiseerd worden.
Als de volgende maatregelen gerealiseerd worden, kan het concept van een decentrale intelligentie voor modulaire installaties ook op schepen geïmplementeerd worden:
ten eerste moet in de deelsystemen een decentrale automatisering gerealiseerd worden. Ten tweede is een software-interface met een hoge abstractiegraad noodzakelijk. Een hoge abstractiegraad betekent in dit geval dat het deelsysteem als dienst beschouwd wordt. Diensten kunnen onder andere gestart, gestopt en geparametreerd worden. Voor het beheersysteem, dat hierdoor als hoofdprocesniveau dient, maakt dit geen enkel verschil - ongeacht het feit of de hoofdmotor, de boiler of de airconditioning start. Ten derde moet informatie in plaats van gegevens uitgewisseld worden. Al deze punten moeten onder de koepel van een genormeerde standaard en dus onafhankelijk van de fabrikant gerealiseerd worden.