Bij de bouw van de laagspanningssystemen in 2015 werd een alarmsysteem voor storingen ingepland. "Tot dusverre konden de installaties en de systemen alleen een collectieve storing activeren, die vervolgens aan het veiligheidsbeheersysteem werd overgedragen", licht Kübler de nadelen van het oude systeem toe. Hierbij werd een ringleiding voor de overdracht van de alarmen van alle vermogensschakelaars gebruikt. Op afstand kon hierdoor echter niet worden vastgesteld welke uitgang onderhevig was aan de storing. Om dit nauwkeurig vast te kunnen stellen, werden in eerste instantie de melduitgangen van alle vermogensschakelaars naar een extra schakelkast in de buurt van de installatie geleid. Hier zorgde een controller voor de verwerking van de signalen en gaf de desbetreffende meldingen door aan het beheersysteem. "Het bedraden kostte bij deze oplossing echter ontzettend veel tijd en moeite", vertelt Kübler. Daarom zijn we op zoek gegaan naar een alternatieve oplossing."
De medewerkers van Schaeffler vonden de perfecte oplossing bij WAGO. Met de veldbuscouplers en de busklemmen van het modulaire WAGO I/O-SYSTEM 750 is hardware beschikbaar waarmee de verwerking van storingsmeldingen aanzienlijk eleganter gerealiseerd kan worden. Hiervoor werd ieder schakelkastveld van het systeem uitgerust met een PROFINET-coupler. Deze bevat een digitale ingangsklem met 16 kanalen en beschikt zodoende over voldoende capaciteit om alle meldingen van de vermogensschakelaars gedetailleerd te analyseren. Een centrale controller functioneert in PROFINET als master en leest de signalen van de PROFINET-couplers uit – de verdere verwerking en de aansluiting op het beheersysteem functioneren op de welbekende manier. Het gebruik van de PROFINET-couplers van WAGO heeft voor Kübler een belangrijk voordeel: "We kunnen de couplers gewoon met patchkabels van veld tot veld met elkaar verbinden. Aangezien we gebruik maken van een ringtopologie, functioneert het systeem ook als een patchkabel onderbroken is." De kabels worden direct via de interne kanalen in de schakelkasten met elkaar verbonden. Een tijdsintensieve bekabeling door de dubbele vloer onder de installatie is hierdoor overbodig. Aangezien zowel de besturingskabels als de krachtstroomkabels van de vermogensschakelaars naar de verbruikers door de gemeenschappelijke kabelaansluitruimte werden geleid, zouden de desbetreffende uitgangen voor het plaatsen van de signaalkabels spanningsloos geschakeld moeten worden.